© Evelien Beentjes
Paardencoaching, een toelichting
Paarden kunnen goed spiegelen, ze zijn gevoelig voor verbinding. Een paard reageert op verbinding en op het ontbreken ervan. Dit komt doordat paarden in
een kudde leven en prooidieren zijn. Opsporen van gevaar, leiderschap, eenduidige communicatie en het zonder aarzeling volgen van de groep is voor paarden
van levensbelang. Paarden kunnen in de natuur alleen overleven in (verbinding met) een kudde. Ook voor onze hedendaagse paarden die gedomesticeerd
leven is verbinding nog steeds verbonden aan veiligheid. Menig ruiter weet dat wel en heeft zelf wel eens aan den lijve ervaren dat een paard plotseling een
enorme, nauwelijks te beteugelen, vluchtreactie kan hebben. Wat men zich vaak minder realiseert is dat een paard ook steeds op zoek is naar verbinding,
verbinding met andere paarden en/of met ons mensen. Een paard wil altijd een kudde vormen en nodigt ons daar ook bij voortduring voor uit. Je zou kunnen
zeggen dat een paard altijd bezig is met de verbinding. Het paard zoekt ons in die verbinding en reageert daarop. Een paard zoekt verbinding, maar zal
verbinding uit de weg gaan als deze niet bijdraagt aan zijn veiligheid. Het paard test de verbinding: “Wat heb ik aan jou?”, “Zie je het gevaar (roofdier) op tijd, kan
ik daarop vertrouwen?” enz. Leiderschap is hierbij een belangrijk thema omdat dit bijdraagt aan veiligheid. Hoe het paard de verbinding ervaart is te zien in het
gedrag van het paard. Het paard laat zich hierbij niet of nauwelijks om de tuin leiden als je je anders voor doet dan je bent. Het paard reageert niet op wie je
zou willen zijn of hoe je zou willen overkomen, maar op hoe je in het hier en nu bent. Het paard kan je hierdoor goed spiegelen.
Bij coaching met paarden gebruik ik doorgaans twee paarden. Freyja , mijn eigen fjordenpaardje en Nutmeg, een haflinger. Deze twee paarden leven met nog
vier andere paarden in een kleine kudde (ze staan dus niet op stal). Daardoor zijn ze heel geschikt voor dit werk. Te meer Nutmeg door haar eigen moeder (de
helaas inmiddels overleden Isola) in de kudde is opgevoed en Freyja in een, nagenoeg in het wild levende, kudde in een natuurgebied is opgegroeid. Behalve
verbinding kent een kudde ook een aantal onderscheiden posities, met daaraan verbonden hiërarchische plaats, rollen en gedrag. Door verbinding met het
paard aan te gaan neem je ook positie in in “de kudde”.
In een kudde zijn een aantal posities te onderscheiden:
•
Er is de positie van leidend paard, meestal een merrie (de lead mare). Die loopt vooraan en bepaald waar de kudde heen gaat en in welk tempo. De kudde
volgt haar klakkeloos.
•
Er is de positie van drijvend paard (meestal de hengst) die de kudde compact bij elkaar houdt. Deze loopt achteraan de kudde en heeft, samen met de lead
mare, een belangrijke rol in het signaleren van gevaar.
•
Er is de positie van volwassen moeder, die de veulens en jonge paarden opvoeden. Zij vormen de kern van de kudde. Zij laten de waakzaamheid voor
gevaar over aan de lead mare en de drijvende hengst.
•
Er is de positie van veulen/ jong paard, die nog van alles mag maar ook wordt opgevoed. De jonge veulens worden hierbij dichtbij aan de flank gehouden ter
bescherming, de jonge paarden worden opgevoed waarbij het gezag wordt afgedwongen door ze naar de rand van de kudde sturen (= onveiligste plek in de
kudde). De jonge paarden zijn bezig de hiërarchie ten opzichte van elkaar te bepalen en zullen daarna ook inbreken in de rangorde van de rest van de
kudde.
Als je goed naar een kudde paarden kijkt, kan je allerlei signalen waarnemen, die paarden naar elkaar uitzenden. Op bovenstaande foto zie je bijvoorbeeld
dat het meest rechtse paard (de destijds driejarige fjord Freyja) een onderdanig gebaar maakt (hoofd laag) naar de rechter haflinger (Isola) die haar dominantere
positie duidelijk maakt door Freyja aan te kijken.